maandag 24 oktober 2011

Schorpioen (Scorpio) en de Missie van Hercules.




De Mythe: “Het vernietigen van de Hydra van Lerna”

Hier zien we Hercules die de achtste poort door kan gaan. Hij staat voor zijn Leraar die zegt: “Het Licht schijnt nu op Poort acht. In het oude Argos trad een droogte op. Amyone riep de hulp van Poseidon in. Hij raadde haar aan op de rots te slaan en toen zij dit deed, ontsprongen hieraan drie kristalheldere stromen, maar weldra koos een slang deze plaats tot woning”.

“Naast de Rivier Amyone bevindt zich het rottend moeras van Lerna. In deze stinkende poel ligt de monsterachtige slang, een plaag van de landstreek. Negen koppen telt dit wezen, maar één ervan is onsterfelijk.
Bereidt u voor dit walgelijke beest te bestrijden. Denk niet, dat gewone middelen u zullen helpen; waar één kop is afgeslagen, komen er twee voor terug.” Vol verwachting wachtte Hercules af. “Een woord van troost kan ik u slechts geven,” zei de Leraar. “Wij stijgen door te knielen, wij veroveren door overgave, wij winnen door op te geven. Ga voort, o zoon van God en mensenzoon, en verover.”

En door de achtste Poort ging Hercules.

De stilstaande poel van Lerna was een plek, die iedereen deed verschrikken die in de buurt kwam. De stank bedierf de gehele atmosfeer. Hercules werd zo bedwelmd, dat hij moest stilstaan. Drijfzand was een gevaar en meer dan eens moest Hercules snel zijn voet terugtrekken, zodat hij niet naar beneden werd gezogen. Tenslotte vond hij de plaats waar het monsterachtige beest woonde. In het hol, dat voortdurend donker was, lag de slang verborgen. Hercules probeerde dag en nacht een gunstige tijd af te wachten, tot het beest tevoorschijn zo komen. Hij wachtte tevergeefs. Het monster bleef in zijn stinkende hol.

Toen nam Hercules zijn toevlucht tot een list, en doopte zijn pijlen in brandende pek en schoot ze recht in de open ingang van de grot. Daarop ontstond er beweging en rumoer. De slang kwam met negen woedende vlammenspuwende koppen naar buiten. Zijn gehoornde staart sloeg wild in het water en modder, zodat Hercules werd bespat. Het monster was zeer groot, een oerlelijk gedrocht, dat eruit zag, alsof het was gemaakt van alle smerigste gedachten, die sinds de tijd begon was bedacht.

De slang sprong naar Hercules en Hercules ging het gevecht aan. Telkens als er kop was afgeslagen kwamen er twee voor terug. Steeds weer viel Hercules het woedende monster aan, maar het werd na elke aanval sterker in plaats van zwakker. Toen herinnerde Hercules zich, dat de Leraar had gezegd: “We stijgen omhoog door te knielen.”Hij wierp zijn knots weg, knielde en greep de slang en tilde hem toen omhoog. Hangend in de lucht, waar zonnestralen en de bries van de wind het monster raakte, verloor het zijn kracht. Het beest bewoog zich krampachtig, maar zwakker en zwakker werd zijn strijd, totdat de zege was bevochten. De negen koppen vielen omlaag en toen, met opengesperde muilen en brekende ogen vielen zij slap neer. Pas toen zij levenloos terneerlagen, zag Hercules, dat de mystieke kop onsterfelijk was. Hij hakte deze kop af en begroef hem, nog wild sissende, onder een rots.

Bij zijn terugkeer kwam Hercules tegenover zijn Leraar te staan. “De overwinning is behaald”, zei de Leraar. “Het Licht, dat schijnt bij de achtste Poort, wordt nu met uw eigen licht vermengd.”

***


Schorpioen, is een gevorderd teken van de geïntegreerde (tot éénlijnigheid gebrachte) bewuste discipel.
Alle paren van tegenstellingen dienen tot één gemaakt te worden in dit grote teken.
Als we naar de symboliek van het monster kijken , de negenkoppige slang, is het een monster die leeft in de grotten van de geest. Diep weggedoken in de onderaardse gebieden, verblijft het, nu eens rustig, dan weer uitbarstend in luidruchtige waanzin. Zijn bestaan wordt niet gemakkelijk ontdekt. Er gaat dan ook een lange tijd voorbij eer de individu zich realiseert, dat hij zo’n wild beest voedt en onderhoudt.

De brandende pijlen van vlammende aspiratie moeten worden afgeschoten voordat het te voorschijn komt. De negen koppen symboliseren problemen. Elke kop telt dus één probleem. Drie van deze koppen symboliseren neigingen, die verbonden zijn met seksualiteit, comfort en geld. De tweede groep van drie door angst, haat, en begeerte naar macht. De laatste drie koppen naar de ondeugden van de onverlichte geest: Trots, afgescheidenheid en wreedheid.

Er waren drie karaktereigenschappen, die Hercules tot uitdrukking moest brengen: Nederigheid, moed en onderscheidingsvermogen. Nederigheid om zijn taak objectief te zien en zijn tekortkomingen te onderkennen. Moed, om het monster dat diep in hemzelf lag, aan te vallen. Onderscheidingsvermogen, om een techniek te ontdekken, om zijn sterfelijke vijand te lijf te gaan.

De slang, een beerput van lage begeerten en egoïstische drang die in het onderbewuste van ieder individu aanwezig is, geeft al een onthutsing doordat men zich dat ineens realiseert. Hercules roept de hulp van een helderder licht in, dan dat van de analyserende geest. Hij probeert zijn probleem tot een hogere dimensie op te heffen en niet eindeloos rond te roeren in de prut van het onderbewuste. Door zijn dilemma te zien in het licht van de Wijsheid van de Ziel, verneemt hij het vanuit een nieuw gezichtpunt, en verbreekt zo doende de greep van de slang en overwint. Het open blijven staan voor nieuwe gezichtpunten zorgt dat de discipel verder komt.

Als wij de Slangenkoppen kort in het licht van herkenning plaatsen dan komen we op het volgende uit:

1.) Seksualiteit: Seks is energie. Hij kan verdrongen worden, onbeperkt beoefend of beheerst. Verdringen of onbeperkt uitoefenen verzwakken de mens. Aantrekking van tegendelen, wat begeerte is, is de grootste probleem van de Mensheid in dit Zonnestelsel. De omzetting van menselijke energieën opent de weg voor veel speculaties en experimenten. Kan seksuele energie, wat ziedende passie is, worden verhoogd naar de vorm van aspiratie? Kan de energie, die gedachten levert, gebruikt worden als de kracht van synthese, die uitmondt in een gevoel van identificatie met alle dingen? Hercules leerde ons dat het mogelijk was, de slang der passies en de afgescheidenheid van de geest te overwinnen. We dienen wederom niet te vergeten wat al eerder aangegeven is “Alle paren van tegenstellingen dienen tot één gemaakt te worden in dit grote teken.”

2.) Comfort: Vastgeklonken aan bezit en verstrikt door het verleidelijke gevoel (passie)van comfort, wordt onze geest onvast en lost op. Het geestelijke streven van’ matigen’, ‘de wil om te zoeken’, en de voortstuwende drijfveer ’om alles op te lossen’, verdwijnen. De mens wordt apathisch en vergeet de strijd.

3.) Geld: Vergaren van geld is een hoofdpassie. Niet door geestelijke overtuiging en ethische principes gedreven maar vanuit een verzameldwang en gemaakte overwegingen. De drang om rijkdom te verzamelen is onverzadigbaar. Het heeft egoïsme tot gevolg vanwege het verlammende effect en geestelijke vervorming.
Wat kan met iedereen gedeeld worden? Zijn dat niet de geestelijke rijkdommen en geestelijke schatten?

4.) Angst: Angstspoken, en illusiebeelden zorgen voor ketenen en molenstenen. Men kan zijn angsten overwinnen door het bewustzijn te verhogen, naar een hoger punt van concentratie. Als en mens zijn gedachten zo gebundeld heeft op een dergelijk niveau is hij voor angst niet meer te bereiken.

5.) Haat: Haat is in ontkenning geworteld. Dat is iets om over na te denken. Hij destructief, vernietigend. Als het is getransformeerd ten goede en ontdaan wordt van alle emotionele inhoud, is het een energie die alles verstoot wat onwerkelijk is. (Illusies en begoochelingen.) Men zal dan de uiterlijk vormen als niet zo belangrijk beschouwen en het geestelijke leven zal hem belevendigen.

6.) Machtslust: Dit heeft te maken met o.a. onjuiste verhoudingen tussen mensen onderling. Het is de ongecontroleerde begeerte om het leven van anderen te beheersen en hun gedrag voor te schrijven en te regelen. Het is een machtstrijd. Zolang macht de bepalende factor in de maatschappij is, kunnen slechts weinig idealen van Broederschap, samenwerking en idealisme worden ontplooid.

7.)Trots: Trots werpt muren op. Ze kerkeren de mens en zijn nog erger dan gevangenistralies. Men zit vastgeklonken aan zelfverheffende gedachten, en bekijkt daardoor de medemens neerbuigend. Door zich exclusief te vinden verzwakt hij de band van Broederschap. De verheerlijking van persoonlijke neigingen moet worden vervangen door de uitdrukking van zelfopofferende neigingen in een houding van geestelijke nederigheid.

8.) Afgescheidenheid: Er wordt te veel gewezen op het analytische denken, het fragmentarisch denken wat dingen uit elkaar haalt, in plaats van het overkoepelde feit van eenheid, en zo strijd men tegen synthese. Men kijkt alleen nog maar naar de verschillen en niet meer naar de overeenkomsten. Het aanvoelen van die ene wereld, in plaats van de wereld te beschouwen als ongelijke naties, zorgt voor één wording.

9.) Wreedheid: Kwade neigingen o.a. de bevrediging die men ondervindt bij het kwetsen van mensen. Ze ondermijnen de geest. Er zijn veel voorbeelden van ruwheid en moedwillige wreedheid, door beschimpen en voor gek zetten van mensen. Mentale wreedheid bij echtscheidingen, het kwellen van elkaar. Als dit monster in het licht wordt gehouden van de rede en mededogen dan verliest het zijn kracht.

Ware Magie is de uitdrukking van de Ziel door middel van de vorm. Zwarte Magie is de vorm en de persoonlijkheid misbruiken voor eigen gewin. Zwarte magie is onvervalste zelfzucht. Witte Magie is het gebruik van de Ziel om de mens te verheffen door middel van de persoonlijkheid, in dienst van de medemens. Door met de energieën van Schorpioen (Scorpio) te werken worden we ons bewust van wat er diep in ons leeft, zodat we ermee aan de slag kunnen gaan om het te transformeren.

***