donderdag 22 december 2011

Steenbok (Capricornus) en de Missie van Hercules.

De Mythe: “Het verslaan van Cerberus, Bewaker van Hades




Bij de Missie van Hercules in Steenbok (Capricornus) zal er weer vanuit verschillende versies gewerkt worden. Het is belangrijk de essentie van het verhaal als zodanig in ogenschouw te nemen. Hercules staat nu voor de tiende poort, want vanuit de grote Voorzittende klonk: “Het Levenslicht moet nu schijnen in de wereld der duisternis. De Zoon des mensen, die ook een zoon van God is dient nu door de tiende Poort te gaan. Het zal op dit uur zijn, dat Hercules zich naar voren zal wagen”. De Leraar begreep dit en toen Hercules bij hem was zei de Leraar;”Duizend gevaren heb je getrotseerd en veel is bereikt. Wijsheid en kracht heb je verworven. Zult u van dit gebruik maken, om iemand te redden, die in ziele-angst verkeert, aan vreselijk en onverminderd lijden ten prooi?”

De Leraar raakte zachtjes het voorhoofd van Hercules aan, en voor zijn oog verscheen een visioen. Een man lag op een rots, zijn handen en benen waren geboeid. De boeien waren aan ijzeren ringen bevestigd. De man kreunde alsof zijn hart zou breken. Een gier pikte voortdurend aan de lever van het slachtoffer en zodoende vloeide er een druppelden stroom bloed uit zijn zijde. De man hief zijn geboeide handen omhoog en riep luid om hulp, maar zijn woorden weerkaatsten vergeefs in de verlatenheid en werden door de wind meegenomen. Het visioen loste op.

“De geboeide, die je hebt gezien, heet Prometheus”, zei de Leraar. “Eeuwenlang heeft hij zo geleden en kan toch niet sterven, omdat hij onsterfelijk is. Hij stal het vuur uit de hemel en daarvoor is hij gestraft. Zijn verblijfplaats staat bekend als de Hel, het rijk van Hades. Je opdracht is, de redder van Prometheus te zijn. Daal af in de diepten en daar in de buitenste regionen moet je hem van zijn lijden verlossen. Hercules begreep het en ging op pad, door de tiende poort.

We zien erna Hercules naar ‘beneden’ reizen. De atmosfeer werd benauwend, de duisternis intenser. De steile afdaling duurde heel lang, maar hij was vastberaden. Tenslotte kwam hij bij die donkere, vergiftigde rivier, de Styx geheten, een rivier, die de zielen der gestorvenen moeten oversteken. Een muntstuk moest men aan Charon, de veerman, betalen, om hen naar de overzijde over te zetten (een soortgelijke traditie kennen we ook vanuit het Egyptische dodenboek.) Charon is kennelijk zo verschrikt door de sombere bezoeker van de aarde, dat hij hem zonder loon te vragen overzet.

Dan is Hercules in de Hades aangeland, een duister en mistig gebied, waar de schaduwen, of beter gezegd, de hulsels of schillen der gestorvenen voorbij zweefden. Hercules ziet bijvoorbeeld Medusa, met het haar doorvlochten met slangen. Hij neemt het zwaard en tracht haar neer te slaan, maar hij treft niets dan lege lucht.

Via doolhofwegen baande hij zijn weg tot het palies van de koning, die regeerde over de onderwereld, Hades. De koning zat stijfjes en met norse blik op zijn troon toen Hercules naderde, en vroeg hem wat hij als levende sterveling kwam doen. “Ik probeer Prometheus te bevrijden”, antwoord Hercules. Dan zegt de koning: “De weg wordt bewaakt door een monster Cerberus, een hond met drie koppen, elk met slangen omkranst. Als je hem kunt overwinnen met je blote handen, iets wat nog niemand heeft gepresteerd, mag je de lijdende Prometheus losmaken”.

Hercules gaat verder. Onderweg ziet hij twee mensen vastgebonden en aangevallen door vee. Hij bevrijdt hun, en daarbij verrichte hij éérst deze handeling van dienst voordat hij met zijn missie verder ging. Weldra zag hij de hond met de drie koppen en hoorde zijn doordringend geblaf. Grommend springt hij op Hercules af. Hercules grijpt de belangrijkste keel van Cerberus en houdt deze als een bankschroef vast. Tot waanzinnige razernij geprikkeld, spartelt het monster rond. Tenslotte, als de krachten van hem het begeven, overmeestert Hercules hem. Dan is Hercules vrij om naar Prometheus te gaan. Hercules verbrak snel de kettingen van de gekwelde en bevrijdde zo het slachtoffer.

Terugkerende zei de Leraar. “Het licht schijnt nu in de duistere wereld. Het werk is voltooid. Rust nu uit, mijn zoon.”

----------------------------------------
Uitleg (uit: Werken van Hercules van AAB)
Als we naar de missie kijken dan komen we de driekoppige hond Cerberus tegen, de sleutel voor dit Sterrenbeeld. De drie koppen symboliseren sensatie, begeerte en goede voornemens. Het is de drang naar sensatie die mensen van hot naar haar drijft, het is de begeerte naar geluk in de wereld van genoegens te bevredigen of om de honger in de economische wereld te bevredigen. De woeste indrukken van sensatie worden opgezocht om de geest bezig te houden. De centrale kop – in het midden - werd het eerst door Hercules vastgepakt, omdat hij de belangrijkste was. Begeerte is de grondslag van alle sensatie - de tweede kop- ; het is wat begeerte tracht uit te drukken en zo bevrediging te verkrijgen in de uiterlijke wereld. De derde kop is goede voornemens, die niet worden uitgevoerd. Goede voornemens die niet doordacht zijn, en nooit worden uitgevoerd en waarvan wordt gezegd: “De weg naar de hel is met goede voornemens geplaveid”.

De staart(en) van slangen (het lichaam van dit monster was overdekt ermee) typeert alle illusies, die de voortgang van het geestelijke leven tegenhouden. Dat is het materialisme, dat ons omlaag houdt, de lagere psychische aard met zijn begoochelingen die zoveel verwoesting veroorzaakt, en de angst in elke mogelijke vorm. De angst van het falen weerhoudt zovelen van activiteit en levert slechts traagheid op.

In Steenbok (Capricornus) komt een ieder door zijn persoonlijke hel. Het gaat om rein worden. Hercules ging door zijn eigen persoonlijke hel maar voor hij daardoor heen trok, moest waren er dingen te doen. Eerst moest hij zich reinigen. Wij zien dat al snel als zich wassen met water, de stoffelijke betekenis, doch dit is anders bedoeld. Hercules moest aantonen dat hij vrij was van geïrriteerdheid en zelfzucht in dat oninteressante gebied, waar hij als mens leefde. Men is nu eenmaal van geen nut als men niet rein kan leven in zijn eigen kring. Het betekende werkelijk vrij-zijn van de beperkingen van de materie. Zelfs als je ingekapseld bent door je verstand - wat een vorm van materie is - ben je niet rein. Daarnaast is het ’t stuk dat Hercules eerst de twee mensen hielp onderweg naar zijn missie. Voor de ingewijde komt dienst altijd eerst; het laten gaan van datgene, dat hij zich voorgenomen had te doen, indien er om hulpverlening wordt gevraagd.

Steenbok (Capricornus) is in het bijzonder het teken van inwijding, maar als je in het teken Steenbok (Capricornus) bent geboren, krijg dan niet meteen het idee dat je een ingewijde bent. Het heeft te maken met een gevoel voor verhoudingen en voor de evolutiefase. Soms lijden we aan een minderwaardigheidsgevoel, dat het niet mogelijk is ook maar iets te doen, of soms hebben we het idee dat we er al zijn. Dan hebben we een flauw begrip van Ziele-bewustzijn, maar echt een heel klein beetje, waarna we denken dat het alles is en zo raken we al gauw ervan opgeblazen, en daaruit blijkt dan weer dat we geen gevoel voor verhoudingen hebben.

Een ingewijde is onpersoonlijk. Ontdaan van zijn persoonlijkheid. Onpersoonlijkheid is niet het afsluiten van zichzelf, of het optrekken van muren. Het is het liefhebben van iedereen, omdat wij in staat zijn mensen te zien zoals ze werkelijk zijn met hun fouten, hun mislukkingen, hun successen, alles. Datgene, dat wij moeten ontwikkelen, komt niet door ons hart te verharden, ook niet door een geweldige ongehechtheid, en ook niet door op een voetstuk te klimmen. Iemand als Hercules daalt af in zijn eigen hel, en overwint de 3-koppige hond Cerberus, en werkt steeds onder de mensen. Hij is geïnteresseerd in zijn medemens. Daarbij is hij onpersoonlijk in zijn handelingen en eveneens in het behandelen van zijn eigen zaken zodat zijn reacties op medemensen juist goed zijn.

De grote ommezwaai in Steenbok (Capricornus) wordt gekenmerkt door de sleutelwoorden. Op het gewone wiel van incarnatie zijn deze: ‘En het woord ging uit: laat ambitie heersen en laat de deur wijd openstaat’. Dit is de sleutel tot de drang naar evolutie en het geheim der wedergeboorte. Maar wanneer een echt gevoel voor realiteit zowel aardse als geestelijke ambitie overheerst, kan de mens naar waarheid zeggen: Verloren ben ik Hemels Licht, maar toch draai ik mijn rug naar dat licht”.

Het polaire (tegengestelde) teken van de Steenbok (Capricornus), waarmee éénwording moet worden gemaakt, is Kreeft (Cancer).

Eigenschap van de Steenbok (Capricornus): Extreme eigenschappen van het slechtste en het beste soort. Verharding-kristallisatie. Overwonnen strijd. Transfiguratie. Bereiken van Geestelijk Bewustzijn na strijd.

Eigenschap van Kreeft (Cancer): (Eerste poort van Incarnatie). Gevoeligheid voor de massa, massa-identificatie met de vorm. Voor de discipel: Dienst aan de massa.

Sleutelwoord van de Steenbok (Capricornus):
- vanuit het standpunt van de massa: “Laat eerzucht heersen en laat de deur wijd open staan”.
- vanuit het standpunt van de discipel:
“Verloren ben ik in Hemels Licht, toch keer ik dat licht de rug toe.”

zondag 4 december 2011

Boogschutter (Sagittarius) en de Missie van Hercules

De Mythe: “Het doden van de vogels van Stymphalus” Bij dit stuk van Hercules zijn er verschillende versies die gebruikt kunnen worden om de missie duidelijk te maken. In oude boeken werden deze vogels als wilde ooievaars afgebeeld, de vogels van Stymphalus. 
De Moerassen van Akadië waren gevuld met deze mensenetende vogels. Er waren drie belangrijke vogels, maar ook vele kleinere. Ze verwoestten het land. Omdat ze zich verscholen in het kreupelhout, waren ze onzichtbaar. Ze brachten zo schade aan maar men kon ze niet lokaliseren. Zoals gewoonlijk spoedt Hercules zich naar het Land van Akadië en besluit het land van deze mensenetende vogels te bevrijden. Men vertelt, dat hij zich heel slim toonde, door de wijze waarop hij dit deed. 
De Leraar die hem bij zich geroepen had voor de missie van de negende poort had hem gezegd: “De vlam, die voorbij de geest gloeit, onthult de zekere richting”. De oplossing kwam in zijn geest. Hij had zich bevrijd van illusie en Athene had hem een paar cymbalen gegeven, die hij zó luid op elkaar sloeg, dat de vogels uit het moeras opstegen in de lucht en probeerden weg te vliegen. Toen besteeg hij zijn gevleugeld paard (Pegaseus- symbool van de Hogere Geest en Liefde- ) en schoot pijlen op hen af. Stilte kwam over het moeras waar dit alles afgespeeld had. De verschrikkelijke vogels waren verdwenen. 
Toen Hercules terugkeerde, begroette de Leraar hem en zei: “De slachting aanrichtende vogels zijn verjaagd. Het werk is voltooid’. Moerassen zijn het symbool van de geest en emotie. Men kan ontdekken dat ondanks dat men door de beproevingen van de Schorpioen is gekomen toch een emotionele aard bezit. Hercules maakte aan zichzelf het feit duidelijk dat hij niet langer bedrogen kon worden door de slang van illusie. Hij was vrij van angst en begoocheling, van alles wat hem kon verleiden. De visie werd zichtbaar.


Bij de activiteit in denken is spreken de belangrijkste bezigheid. Je weegt je gedachten af, omdat er macht achter de gedachten is en wanneer je verkeerd denkt, is de schade die je berokkent, veel machtiger dan de schade die een minder geëvolueerd mens aanricht. 
De vogels, die de grootste schade aanrichtten, waren drie in getal: 1.)Wrede roddel; 2.) praten over zichzelf, zelfzuchtige praat, en 3.) het werpen van parelen voor de zwijnen. 
 1.) Roddel: Er is een wet, dat zegt dat al die roddelt, over die geroddeld wordt. Wij krijgen wat wij geven. Indien je vriendelijkheid geeft, zal je vriendelijkheid ontvangen. Wie liefde geeft zal liefde ontvangen, wie dienst verleent zal dienst ontvangen. Een oud geschrift zegt: “Voor degene, die geen schade berokkent, houdt alle vijandigheid op. Iemand die schadeloosheid bereikt in gedachten, woord en daad, dat men dan geen problemen zal hebben. 

 2.) Spreken over zichzelf: Wij zijn steeds bezig met onze problemen, onze eigen zaken. 

 3.) Het gooien van parelen voor de zwijnen: Spreken over moeilijkheden op geestelijk vlak, waarvoor de toehoorders niet ontvankelijk zijn. 

Er zijn gaven die wij bij de genade Gods hebben, zoals dat wordt verteld vanuit een tekst uit een Hindoegeschrift: De gave van mens te zijn, het verlangen naar bevrijding en het komen onder de leiding van een volmaakte wijze in het hart. 
 
-De gave van bestaan in de Ram (Aries) is het wonder van mens te zijn. 

-In de Leeuw (Leo) komt de gave van de gelegenheid. Ik ben de individu.

-In de Boogschutter (Sagittarius) is het de gave van macht

Men werkt met krachten en machten. Beperking van spreken en de beheersing van gedachten geven de mogelijkheid tot de gave van macht. Maar zover zijn we allen nog lang niet. Wanneer we genoeg liefhebben kunnen we macht aan. 

Liefhebben betekent de medemens werkelijk begrijpen. Men kan weten wat een mens is met al zijn fouten en hem liefhebben; niet voor een superieur standpunt, door te zeggen,” arm schepsel, eens zal je zover zijn als ik”, maar vanuit het standpunt, waarin gezegd wordt: “Ik ben net zo geweest, of , ik ben net zo”. Het polaire (tegengestelde) teken van de Boogschutter (Sagittarius), waarmee éénwording moet worden gemaakt, is Tweelingen (Gemini). -----------------------------------------------------

maandag 24 oktober 2011

Schorpioen (Scorpio) en de Missie van Hercules.




De Mythe: “Het vernietigen van de Hydra van Lerna”

Hier zien we Hercules die de achtste poort door kan gaan. Hij staat voor zijn Leraar die zegt: “Het Licht schijnt nu op Poort acht. In het oude Argos trad een droogte op. Amyone riep de hulp van Poseidon in. Hij raadde haar aan op de rots te slaan en toen zij dit deed, ontsprongen hieraan drie kristalheldere stromen, maar weldra koos een slang deze plaats tot woning”.

“Naast de Rivier Amyone bevindt zich het rottend moeras van Lerna. In deze stinkende poel ligt de monsterachtige slang, een plaag van de landstreek. Negen koppen telt dit wezen, maar één ervan is onsterfelijk.
Bereidt u voor dit walgelijke beest te bestrijden. Denk niet, dat gewone middelen u zullen helpen; waar één kop is afgeslagen, komen er twee voor terug.” Vol verwachting wachtte Hercules af. “Een woord van troost kan ik u slechts geven,” zei de Leraar. “Wij stijgen door te knielen, wij veroveren door overgave, wij winnen door op te geven. Ga voort, o zoon van God en mensenzoon, en verover.”

En door de achtste Poort ging Hercules.

De stilstaande poel van Lerna was een plek, die iedereen deed verschrikken die in de buurt kwam. De stank bedierf de gehele atmosfeer. Hercules werd zo bedwelmd, dat hij moest stilstaan. Drijfzand was een gevaar en meer dan eens moest Hercules snel zijn voet terugtrekken, zodat hij niet naar beneden werd gezogen. Tenslotte vond hij de plaats waar het monsterachtige beest woonde. In het hol, dat voortdurend donker was, lag de slang verborgen. Hercules probeerde dag en nacht een gunstige tijd af te wachten, tot het beest tevoorschijn zo komen. Hij wachtte tevergeefs. Het monster bleef in zijn stinkende hol.

Toen nam Hercules zijn toevlucht tot een list, en doopte zijn pijlen in brandende pek en schoot ze recht in de open ingang van de grot. Daarop ontstond er beweging en rumoer. De slang kwam met negen woedende vlammenspuwende koppen naar buiten. Zijn gehoornde staart sloeg wild in het water en modder, zodat Hercules werd bespat. Het monster was zeer groot, een oerlelijk gedrocht, dat eruit zag, alsof het was gemaakt van alle smerigste gedachten, die sinds de tijd begon was bedacht.

De slang sprong naar Hercules en Hercules ging het gevecht aan. Telkens als er kop was afgeslagen kwamen er twee voor terug. Steeds weer viel Hercules het woedende monster aan, maar het werd na elke aanval sterker in plaats van zwakker. Toen herinnerde Hercules zich, dat de Leraar had gezegd: “We stijgen omhoog door te knielen.”Hij wierp zijn knots weg, knielde en greep de slang en tilde hem toen omhoog. Hangend in de lucht, waar zonnestralen en de bries van de wind het monster raakte, verloor het zijn kracht. Het beest bewoog zich krampachtig, maar zwakker en zwakker werd zijn strijd, totdat de zege was bevochten. De negen koppen vielen omlaag en toen, met opengesperde muilen en brekende ogen vielen zij slap neer. Pas toen zij levenloos terneerlagen, zag Hercules, dat de mystieke kop onsterfelijk was. Hij hakte deze kop af en begroef hem, nog wild sissende, onder een rots.

Bij zijn terugkeer kwam Hercules tegenover zijn Leraar te staan. “De overwinning is behaald”, zei de Leraar. “Het Licht, dat schijnt bij de achtste Poort, wordt nu met uw eigen licht vermengd.”

***


Schorpioen, is een gevorderd teken van de geïntegreerde (tot éénlijnigheid gebrachte) bewuste discipel.
Alle paren van tegenstellingen dienen tot één gemaakt te worden in dit grote teken.
Als we naar de symboliek van het monster kijken , de negenkoppige slang, is het een monster die leeft in de grotten van de geest. Diep weggedoken in de onderaardse gebieden, verblijft het, nu eens rustig, dan weer uitbarstend in luidruchtige waanzin. Zijn bestaan wordt niet gemakkelijk ontdekt. Er gaat dan ook een lange tijd voorbij eer de individu zich realiseert, dat hij zo’n wild beest voedt en onderhoudt.

De brandende pijlen van vlammende aspiratie moeten worden afgeschoten voordat het te voorschijn komt. De negen koppen symboliseren problemen. Elke kop telt dus één probleem. Drie van deze koppen symboliseren neigingen, die verbonden zijn met seksualiteit, comfort en geld. De tweede groep van drie door angst, haat, en begeerte naar macht. De laatste drie koppen naar de ondeugden van de onverlichte geest: Trots, afgescheidenheid en wreedheid.

Er waren drie karaktereigenschappen, die Hercules tot uitdrukking moest brengen: Nederigheid, moed en onderscheidingsvermogen. Nederigheid om zijn taak objectief te zien en zijn tekortkomingen te onderkennen. Moed, om het monster dat diep in hemzelf lag, aan te vallen. Onderscheidingsvermogen, om een techniek te ontdekken, om zijn sterfelijke vijand te lijf te gaan.

De slang, een beerput van lage begeerten en egoïstische drang die in het onderbewuste van ieder individu aanwezig is, geeft al een onthutsing doordat men zich dat ineens realiseert. Hercules roept de hulp van een helderder licht in, dan dat van de analyserende geest. Hij probeert zijn probleem tot een hogere dimensie op te heffen en niet eindeloos rond te roeren in de prut van het onderbewuste. Door zijn dilemma te zien in het licht van de Wijsheid van de Ziel, verneemt hij het vanuit een nieuw gezichtpunt, en verbreekt zo doende de greep van de slang en overwint. Het open blijven staan voor nieuwe gezichtpunten zorgt dat de discipel verder komt.

Als wij de Slangenkoppen kort in het licht van herkenning plaatsen dan komen we op het volgende uit:

1.) Seksualiteit: Seks is energie. Hij kan verdrongen worden, onbeperkt beoefend of beheerst. Verdringen of onbeperkt uitoefenen verzwakken de mens. Aantrekking van tegendelen, wat begeerte is, is de grootste probleem van de Mensheid in dit Zonnestelsel. De omzetting van menselijke energieën opent de weg voor veel speculaties en experimenten. Kan seksuele energie, wat ziedende passie is, worden verhoogd naar de vorm van aspiratie? Kan de energie, die gedachten levert, gebruikt worden als de kracht van synthese, die uitmondt in een gevoel van identificatie met alle dingen? Hercules leerde ons dat het mogelijk was, de slang der passies en de afgescheidenheid van de geest te overwinnen. We dienen wederom niet te vergeten wat al eerder aangegeven is “Alle paren van tegenstellingen dienen tot één gemaakt te worden in dit grote teken.”

2.) Comfort: Vastgeklonken aan bezit en verstrikt door het verleidelijke gevoel (passie)van comfort, wordt onze geest onvast en lost op. Het geestelijke streven van’ matigen’, ‘de wil om te zoeken’, en de voortstuwende drijfveer ’om alles op te lossen’, verdwijnen. De mens wordt apathisch en vergeet de strijd.

3.) Geld: Vergaren van geld is een hoofdpassie. Niet door geestelijke overtuiging en ethische principes gedreven maar vanuit een verzameldwang en gemaakte overwegingen. De drang om rijkdom te verzamelen is onverzadigbaar. Het heeft egoïsme tot gevolg vanwege het verlammende effect en geestelijke vervorming.
Wat kan met iedereen gedeeld worden? Zijn dat niet de geestelijke rijkdommen en geestelijke schatten?

4.) Angst: Angstspoken, en illusiebeelden zorgen voor ketenen en molenstenen. Men kan zijn angsten overwinnen door het bewustzijn te verhogen, naar een hoger punt van concentratie. Als en mens zijn gedachten zo gebundeld heeft op een dergelijk niveau is hij voor angst niet meer te bereiken.

5.) Haat: Haat is in ontkenning geworteld. Dat is iets om over na te denken. Hij destructief, vernietigend. Als het is getransformeerd ten goede en ontdaan wordt van alle emotionele inhoud, is het een energie die alles verstoot wat onwerkelijk is. (Illusies en begoochelingen.) Men zal dan de uiterlijk vormen als niet zo belangrijk beschouwen en het geestelijke leven zal hem belevendigen.

6.) Machtslust: Dit heeft te maken met o.a. onjuiste verhoudingen tussen mensen onderling. Het is de ongecontroleerde begeerte om het leven van anderen te beheersen en hun gedrag voor te schrijven en te regelen. Het is een machtstrijd. Zolang macht de bepalende factor in de maatschappij is, kunnen slechts weinig idealen van Broederschap, samenwerking en idealisme worden ontplooid.

7.)Trots: Trots werpt muren op. Ze kerkeren de mens en zijn nog erger dan gevangenistralies. Men zit vastgeklonken aan zelfverheffende gedachten, en bekijkt daardoor de medemens neerbuigend. Door zich exclusief te vinden verzwakt hij de band van Broederschap. De verheerlijking van persoonlijke neigingen moet worden vervangen door de uitdrukking van zelfopofferende neigingen in een houding van geestelijke nederigheid.

8.) Afgescheidenheid: Er wordt te veel gewezen op het analytische denken, het fragmentarisch denken wat dingen uit elkaar haalt, in plaats van het overkoepelde feit van eenheid, en zo strijd men tegen synthese. Men kijkt alleen nog maar naar de verschillen en niet meer naar de overeenkomsten. Het aanvoelen van die ene wereld, in plaats van de wereld te beschouwen als ongelijke naties, zorgt voor één wording.

9.) Wreedheid: Kwade neigingen o.a. de bevrediging die men ondervindt bij het kwetsen van mensen. Ze ondermijnen de geest. Er zijn veel voorbeelden van ruwheid en moedwillige wreedheid, door beschimpen en voor gek zetten van mensen. Mentale wreedheid bij echtscheidingen, het kwellen van elkaar. Als dit monster in het licht wordt gehouden van de rede en mededogen dan verliest het zijn kracht.

Ware Magie is de uitdrukking van de Ziel door middel van de vorm. Zwarte Magie is de vorm en de persoonlijkheid misbruiken voor eigen gewin. Zwarte magie is onvervalste zelfzucht. Witte Magie is het gebruik van de Ziel om de mens te verheffen door middel van de persoonlijkheid, in dienst van de medemens. Door met de energieën van Schorpioen (Scorpio) te werken worden we ons bewust van wat er diep in ons leeft, zodat we ermee aan de slag kunnen gaan om het te transformeren.

***

dinsdag 27 september 2011

Weegschaal(Libra) en de Missie van Hercules.

De Mythe: “Het vangen van de Erymanthische mannetjes zwijn (beer)



Dit werk wat Hercules op kreeg was bedoeld om evenwicht te brengen. De grote Voorzittende in de Raadkamer des Heren zei: “Er moet nog een werk worden uitgevoerd. Hij heeft evenwicht nodig, gezond oordeel, voorbereiding op een belangrijke proef en de toekomstige dienst aan het mensenras.”
De Leraar van Hercules sprak tot Hercules: “Ga voort mijn zoon en vang het wilde zwijn, red een geteisterd land, maar neem ook de tijd om te eten.” En Hercules ging voort. Hij wist niet dat hem een dubbele proef wachtte, de proef van zeldzame vriendschap en de proef van onverschrokken moed.
Hij kreeg van Apollo een splinternieuwe boog om te gebruiken, maar Hercules zei (terugdenkende aan de Missie in Maagd): “Ik zal de boog niet op mijn tocht meenemen, uit vrees dat ik er mee zal doden. Tijdens mijn laatste opdracht aan het strand van de grote zee, sloeg ik neer en doodde. Dit keer zal ik niet moorden. Ik laat de boog achter”.

En zo gewapend, behalve zijn vertrouwde knots, beklom hij de steile berg op zoek naar het zwijn. Hoger en hoger klom hij. Toen ontmoette hij een vriend. Pholos, één van de groep Centauren, die bekend was bij de Goden. Zij stonden stil en spraken enige tijd met elkaar. Hercules vergat het doel van zijn tocht. En Pholos sprak tot Hercules om hem uit te nodigen een kruik wijn met hem aan te breken, maar die kruik was niet van Pholos of van hem. De Kruik behoorde aan de Groep. De Groep Centauren en de Goden, en een kruik mocht alleen bij gelegenheid opengebroken worden als de HELE groep bij elkaar was, zo was dat aangegeven door de Goden.

Maar Hercules en Pholos openden de kruik in afwezigheid van hun broeders en riepen tot Cherion, een andere wijze centaur, dat hij zou komen om hun braspartij te delen. Dit deed Cherion en met zijn drieën dronken zij, maakten er een feest van, zwelgden en maakten veel lawaai. Dit lawaai hoorden de andere centauren van verre. Met wraakgevoelens kwamen ze erop af en er ontbrandde een heftige strijd, en ook al had Hercules besloten niet te doden, toch werd hij opnieuw een ‘Bode des doods’ en sloeg zijn vrienden neer, de beide centauren, met wie hij kort ervoor gedronken had. En terwijl de andere centauren weeklaagden met luide jammerklachten, ontkwam Hercules weer in de hoge bergen en hervatte zijn speurtocht.

Omhoog tot aan de sneeuwgrens ging hij en volgde het spoor van het wrede zwijn; naar de hoogten en in de bittere koude volgde hij hem, maar toch zag hij hem niet. De nacht naderde en één voor één kwamen de sterren tevoorschijn en nog bleef het zwijn buiten zijn bereik. Hercules dacht na over zijn taak en zocht van binnen naar vernuftige bekwaamheid. Hij zette een strik met vakkundigheid en verborg zich slim en wachtte in de donkere schaduw de komst van het zwijn af. Uur na uur gingen voorbij en nog steeds wachtte hij, totdat de dageraad aanbrak. Uit zijn leger kwam het zwijn naar buiten, op zoek naar voedsel, gedreven door honger, zoals vanouds. En in de schaduw wachtte de Mensenzoon. Het zwijn liep in de val en op het goede moment maakte Hercules het wilde beest vrij, maar als gevangene van zijn bekwaamheid. Hij worstelde met het zwijn en overmande hem en liet hem dingen uitvoeren, die hij hem opdroeg, en de weg gaan, die hij wenste.

Hercules liep naar beneden, verheugd en zingend het zwijn voor zich uitdrijvend, het wilde en toch getemde zwijn! Bij de twee achterpoten dreef hij het zwijn voort en allen die de Mensenzoon, die de zoon van God is, ontmoetten, lachten bij de tocht van die twee. Ook allen in de stad lachten om deze zeldzame aanblik, het slingerende verslagen zwijn en de lachende zingende man. Zo voerde Hercules zijn zevende taak uit. De grote voorzittende merkte op: ‘de les van het juiste evenwicht is geleerd. Eén les valt nog te leren. Opnieuw bij de negende Poort moet hij de centaur weer ontmoeten en herkend en juist begrepen worden.’ De Leraar zei tot Hercules: ‘Het zevende werk is voltooid, de zevende Poort is gepasseerd. Denk na over de lessen van het verleden, denk na over de beproevingen, mijn zoon, Tweemaal heb je gedood, dat wat je moest liefhebben. Leer waarom!’.

De Mythe is de ongeuite gedachte van de Ziel’ (“Isis Ontsluierd”, H.P.Blavatsky)

Wat vertelt ons deze mythe? Wie waren de twee centauren, de vrienden van Hercules? En nam Hercules tijd om te eten, zoals werd aangegeven? Hercules nam de tijd voor een drankorgie met twee wijze oude centaurvrienden in plaats van om te eten. Terwijl Hercules zich voornam het zwijn niet te doden, doodde hij tenslotte zijn twee vrienden. Zo ontstaat de verleiding achter onze rug, wanneer we denken dat we de weg vóór ons hebben vrijgemaakt van valkuilen. De Leraar sprak echter: “Denk na over de lessen van het verleden (de taak van Libra): Tweemaal heb je gedood, wat je zou moeten liefhebben. Leer waarom.”

De twee goede centauren, die door Hercules gedood werden, zijn bekend als Cherion (goede gedachte) en Pholos (lichaamskracht). Deze beproeving was bedoeld om de beheersing van de emotionele, astrale, begeerteaard te tonen, welke vorm deze ook mocht aannemen, en het is nog krachtiger naarmate de mens verder ontwikkeld is. Je kunt de begeerteaard niet beheersen of leiden door fysieke kracht of door gedachte alleen. Het kan enige tijd lukken, maar dan komt het weer even krachtig in je op.

Het schijnt zo te zijn dat zonder dergelijke tragedies, de mogelijkheden van een Weegschaal(Libra)-mens blijven sluimeren, en hoe hard deze ervaringen ook moge zijn, het is een noodzaak voor de groei van de Ziel. Een typische Weegschaal(Libra)-mens vermijdt confrontaties en zal niet meer energie verspillen dan strikt nodig is. Zo zie je dat in Hercules terug. Hercules gebruikte geen brute kracht om het zwijn te vangen en laat het dier zichzelf in de val brengen. In deze gebeurtenis merken wij de eigenschap van de Libra-mens op, om ongewone oplossingen te vinden en de waarde van het ongerijmde te waarderen.

Door een enigszins veranderd perspectief, kunnen vele verschrikkelijke levenservaringen worden omgezet door een weldadig gevoel voor humor. Veel van wat de mensen met zware en serieuze ernst beschouwen, bevat ongetwijfeld belachelijke elementen.

De beeldende beschrijving van Hercules, die het zwijn bij de achterpoten vasthoudt en voorduwt, is een symbolische voorstelling van de Ziel, die het lompe lichaam stuurt. Doordat elk aspect een even grote belangrijkheid krijgt, kun je zien dat het principe van evenwicht in acht wordt genomen. Een Weegschaal (Libra)-mens houdt zich bezig met het wegen en in evenwicht brengen van alle dingen, ze zijn zelden geneigd te gaan tot uitersten.

We weten dat de wereldwijzen kunnen handelen als dwazen, en dwazen kunnen struikelen over schatten; dat het oordeel kan worden voorbehouden aan een hoger gerechtshof; dat de waarheid de aarde in vele en onwaarschijnlijke vermommingen kan bewandelen. In zekere zin bestaat de waarheid niet ten bate van menselijke wezens, want alle waarheden zijn slechts delen van grotere gehelen.

Er kan veel over de Weegschaal(Libra)-mens geschreven worden. Wat wel in ogenschouw genomen moet worden is dat wie ook het mensenras zou willen dienen, hij erop voorbereid moet zijn verkeerd begrepen en verkeerd uitgelegd te worden.

De rampen, die de mens overkomen, zijn niet zozeer bedoeld als straf, maar om het evenwicht in zijn aard te herstellen. Degenen, die evenwicht in zijn eigen leven weet te brengen zal daardoor dit niet dwingend opgelegd krijgen door harde, geselende omstandigheden.

Drie bepalende onderwerpen zijn in Weegschaal (Libra) aan de orde: Recht, Seks en geld.

Recht: (1e aspect) Weegschaal(Libra) houdt zich ook bezig met de rechtspraak en houdt het midden tussen het zogenaamde goed en kwaad, tussen positief en negatief en eveneens tussen Oost en West. De Weegschaal is steeds de Vader van de Wet geweest. De wet moet echter de bewaarder van een positieve gerechtigheid worden in plaats van louter en alleen als instrument van dwang te functioneren.

Seks: (2e aspect) de betrekking tussen de paren van tegendelen. In de Weegschaal (Libra) wordt het evenwicht tot stand gebracht tussen ‘de paren van tegenstellingen’, ( iets wat we de vorige maand in Maagd (Virgo) ook goed hebben kunnen zien, ) en door het gezonde verstand weer tot rust worden gebracht. Dit betekent de verwezenlijking van een harmonisch evenwicht tussen het mannelijke en het vrouwelijke principe. Vandaar dat het Sterrenbeeld Weegschaal (Libra) in speciale zin kan worden geassocieerd met het seksprobleem, en esoterisch gezien moet in dit Sterrenteken het hele probleem tot een oplossing komen.

Geld: dat geconcentreerde energie is. In feite is het goud en dit is het naar buiten geprojecteerde symbool van datgene wat geschapen wordt door het bijeenbrengen van ‘geest en stof ‘ op het stoffelijke gebied.

Het tegenovergestelde teken van de Weegschaal (Libra), waarmee éénwording moet worden gemaakt is Ram(Aries). Weegschaal(Libra) heeft als sleutel “Gemak”. Niet het gemak van luxe, maar “ het buitengewone gemak, met uiterste eenvoud van middelen, met een minimum aan tussenstappen en met inherente logica”. Dat is de werkwijze. Dit resulteert in dienstbaarheid, schoonheid, kleur en geur.

Ram (Aries) heeft als sleutelwoord: “Aanpassingsvermogen”.De Aries (Ram) mens komt voortdurend problemen in de een of andere vorm tegen die te maken hebben met het vriendelijk zijn voor mensen en toch zonder compromis trouw zijn aan de geest. En ook het gebruiken van de waarden, die uit het verleden afkomstig zijn en toch niet ten gunste van een onzeker heden de toekomst onderwaarderen. Het is de mens, die zich geheel wijdt en waarachtig is aan de Geest en als Geest handelt in termen van menselijke noden. Gemak en aanpassing; éénwording van Weegschaal(Libra) met het tegengestelde teken Ram(Aries).
---------------------------------------

zondag 28 augustus 2011

De Missie van Hercules in Maagd (Virgo)

De Mythe: “Het veroveren van de Gordel van Hippolyte.



Dit keer leidt de missie, die de zesde opdracht was, Hercules naar de Amazones, naar Hippolyte, een krijgshaftige koningin der Amazones. Ze droeg een Gordel, die haar geschonken was door Venus, de Godin der Liefde. De Gordel was een symbool van eenheid, bereikt door strijd, conflict en twist, een symbool van moederschap en van het heilige kind.

Het was de bedoeling dat Hercules de Gordel zou mee terug zou nemen naar zijn Leraar. Hercules ging het gevecht aan om de Gordel te bemachtigen en negeerde de woorden die Hippolyte probeerde te spreken tot hem. Hij bemachtigde de Gordel, maar bemerkte tegelijkertijd haar handen die zich naar hem uitstrekten en hem haar geschenk aanboden als symbool van eenheid en liefde; van opoffering en geloof.



Toch greep hij de Gordel en doodde haar. Hercules doodde degene die hij eigenlijk nodig had. Toch besefte hij het op het laatste moment, want vol afschuw stond hij daar voor wat hij gedaan had. Toen klonk de stem van zijn Leraar die zei: “Waarom doodde ge wat ge nodig hebt, dat u zo na en dierbaar is? Waarom degene, die ge liefhebt, de geefster van de goede gaven, de bewaakster van het mogelijke, waarom doodde ge de moeder van het heilige kind? Maak dit ogenblik goed, alvorens mij ooit weer onder de ogen te komen”.

Harde woorden voor Hercules, een mensenzoon die ook een zoon van God was. Hercules zag erna op de stranden van de grote zee een monster, een grote zeeslang uit de diepte, dat tussen zijn kaken een vrouw klemde, ze heette Hesione. Haar ‘kreten en zuchten rezen hoog ten hemel’ en Hercules; verloren in berouw, niet wetende welke weg hij moest gaan, hoorde het. Onmiddellijk spoedde hij zich om haar te helpen, maar kwam te laat, want ze werd opgeslokt in de keel van het zeemonster ‘een slang van kwade roep’. Zonder zich over zichzelf te bekommeren, doorwaadde hij de golven en bereikte het monster, dat zich nu omwendde naar Hercules en met een snelle aanval en met geopende bek op hem afkwam.

Hercules rende de geopende bek in, door de rode tunnel van de keel naar beneden opzoek naar Hesione, die hij diep in de buik van het monster vond. Met zijn linkerarm greep hij haar en hield haar dicht tegen zich aan, terwijl hij zich met zijn vertrouwde zwaard een weg baande dwars door de buik van de slang naar het daglicht.



Zo redde hij haar, waardoor hij het evenwicht weer hersteld na zijn vorige doodslag. De Leraar zag de Gordel en het meisje en zei: “De zesde opdracht is vervuld. Ge doodde datgene wat u liefhad en al het onbekende en niet herkende gaven aan u de benodigde liefde en macht. Ge redde degene, die u nodig had en zo zijn de twee weer één. Denk opnieuw na over de wegen des levens en overdenk de paden des doods. Ga nu uitrusten mijn zoon.”.

De symboliek van Maagd(Virgo) betreft het hele doel van het evolutieproces, dat bedoelt is de verborgen geestelijke werkelijkheid te beschermen, te voeden en tenslotte te ontsluieren. Deze wordt door elke vorm versluierd, maar de menselijke vorm is uitgerust en geschikt voor het uitdragen ervan op een andere wijze, dan elke andere uitdrukking en kan zo datgene tastbaar en objectief maken waarvoor het hele scheppingsproces bedoeld was. Alleen de menselijke vorm is dus geschikt en uitgerust om de “verborgen geestelijke werkelijkheden te beschermen, te voeden en tenslotte te ontsluieren.


Vanuit een bepaald gezichtpunt is Maagd (Virgo) het oudste der dierenriemtekens. Denk maar Lilith of Isis, Eva of Maagd Maria, allemaal beelden ze de Wereldmoeder uit. Het is in dit teken dat het Christusbewustzijn tot ontwikkeling gebracht wordt. Deze ervaring vindt net als in Leeuw (Leo) in een grot plaats, “in de schoot des tijds”. Het geeft de warmte, rust en diepe ervaringen aan en langzame, maar krachtige crises”.

We doorlopen als mens vele malen alle tekens en voor degenen die in Maagd(Virgo) geboren zijn of dat teken als hun ascendant hebben (waaruit het doel van de Ziel van de discipel blijkt) worden deze eigenschappen of energieën op vele wijze toonbaar gemaakt, want organisatie, kunsten en wetenschappen vereisen alle lange perioden van mentale zwangerschap en de strijd om nieuwe ideeën tot uitdrukking te brengen.

Over de missie van Hercules: de strijd tussen de seksen is dus van oude oorsprong, hij is van nature verbonden aan de dualiteit van de mensheid en het Zonnestelsel. Men zegt dat “God op het hart let”. De innerlijke drijfveren zijn belangrijk, waarom doet iemand iets wel en waarom doet iemand iets niet. Iets wat gedaan wordt zonder liefde, zonder dat het hart erbij betrokken is, zonder de bedoeling om te willen dienen, is zonder geestelijke waarde. De praktische toepassing evenals zijn kosmische en geestelijke betekenis is subtiel verweven in de mythe van de missie van Hercules.

Men noemt het ‘een oorlog’ tussen de seksen (man en vrouw) en het blijkt dat het nu op zijn hoogtepunt is. De een is de vijand van de ander. Hercules 6e opdracht was “om zich te wagen aan een proef met een vijand van een ander soort”. De Leraar zei niet alleen dat de opdracht slechts was uitgevoerd, maar zei ”waarom hebt ge de moeder van het heilge kind gedood?”. De grondtoon was: “opnieuw hebt ge het niet begrepen”. Lees gerust nogmaals de woorden die door de Leraar werden gesproken (Vetcursief gedrukt) in de missie van Hercules. Ze zijn onovertroffen in schoonheid en we zouden hun mantrische kracht vernietigen als we ze met onze eigen worden toelichten.

Het gaat om de keuze tussen goed en kwaad, de 2 wegen want Maagd(Virgo) wordt ook de Godin der twee wegen”genoemd, omdat zij het Heilge Moederbeginsel, de stof, symboliseert en ook de bewaakster is van het Christusbeginsel. De grondtoon is ook: “Ik ben de moeder en het Kind, ik ben God, ik ben stof.”

Een symbool van de Maagd (Virgo), zoals ze meestal is afgebeeld (zie afbeelding), is de vrouw met een korenaar of een korenschoof of tak met fruit in haar armen. Dit alles is een deel van de functie van de Wereldmoeder, die de vorm voedt en ook het latent in de vorm aanwezige christusbeginsel. De les voor de in de Maagd (Virgo) geborenen is een helder besef te hebben, dat geen waarheid volmaakt of zelfs werkelijk is, die niet zijn tegendeel bevat en alles, wat daartussen ligt. Er werken acht energieën door de Maagd (Virgo) en dit is het teken van synthese, en stelt, dat eerder verheerlijking dan omvorming is vereist. De eerste synthetische grondtoon is: “Christus in u, de hoop op Heerlijkheid (Glorie)”.

De typische bezigheid van de Maagd(Virgo) is het dragen van de last van de noodzaak van verandering en groei. Dat gebeurd met veel detail van het werk, met techniek, met gezondheid en hygiëne, met “analytische vivisectie”van zich en anderen en is werkelijk een gerichtheid op de negatieve waarden van crises. Maar indien de crises in Maagd(Virgo) positief wordt opgevat, dan wordt de ‘substantie van bewustzijn’ zelf vernieuwd en met deze vernieuwing gaat noodzakelijkerwijs een opnieuw vaststellen van het doel gepaard.

Iets om over na te denken!

Het polaire (tegengestelde) teken van Maagd (Virgo) waarmee éénwording moet worden gemaakt, is de Vissen (Pisces),

Eigenschap van de Maagd (Virgo): “De dienst in Virgo is dat beide; de vorm en de Geest, worden gevoed. Zij schermt af: “Christus in u de hoop op glorie”.

Eigenschap van de Vissen (Pisces): Christusbewustzijn geopenbaard als Wereldverlosser. Vrijmaking van de Ziel uit de gevangenis van de Persoonlijkheid.


Sleutelwoord van de Maagd (Virgo):
- vanuit het standpunt van de massa: “Laat de stof beheersen”.
- vanuit het standpunt van de discipel:

“Ik ben de Moeder en het Kind. Ik ben God, Ik ben stof.”
-----------------------------------------------

zondag 31 juli 2011

De Missie van Hercules in LEEUW (Leo)

Leeuw (Leo.)


De mythe: "Het doden van de Nemeïsche Leeuw”.

In het verhaal begeeft Hercules zich door de vijfde poort om een leeuw, die in het volk van Nemea dood en verderf zaait, onschadelijk te maken. Gedurende lange tijd was de leeuw een vernietigende kracht en de mensen waren niet in staat hier iets tegen te doen. Hercules was van mening, dat wilde hij zijn doel bereiken, hij de leeuw in steeds kleinere kringen op moest jagen zodat hij hem in een grot in het nauw kon drijven.

Dit deed hij en spoorde hem uiteindelijk in zijn leger op, maar kwam tot een onaangename ontdekking dat de grot twee openingen had, en de leeuw was ontsnapt. De leeuw was er even snel weer uit als dat hij hem erin had gejaagd. Er bleef niets anders over dan de ene opening van de grot af te sluiten en opnieuw de leeuw erin te jagen door de andere opening.

Hercules joeg opnieuw de leeuw de grot in en liet vervolgens alle wapens die hij had achter bij de ingang van de grot. Hij ging vervolgens zelf de grot in, zocht de confrontatie met de leeuw op en wurgde hem met zijn handen totdat hij dood was.

Dat gebeurde in die donkere grot en niemand was daar van getuige. Hercules end e Leeuw in het donker en de somberheid van de grot, beide verwikkeld in en strijd op leven en dood.
Laten we het verhaal eens rustig doornemen en proberen het ook vanuit een symbolische wijze te zien.

Hercules reageerde bij deze missie op de innerlijke roep van ‘diepe benardheid’ zoals het staat beschreven. Hij vroeg zichzelf zelfs af, wat hij eigenlijk bij die vijfde poort kwam doen. Zijn uitwendige oren hadden niet op die roep gereageerd en toch kende het innerlijke oor de nood heel goed. Toen hij eenmaal bij de poort stond en te horen kreeg wat hij daar kwam doen en dat hij op de innerlijke noodkreet van vele stemmen had gereageerd, hoorde Hercules inderdaad het vreselijke gebrul van de Leeuw door het verwoeste land, dat aan de overkant van die poort lag.

Hier legde hij al zijn wapens die hij had neer en nam alleen zijn pijlen en boog mee. Toen hem gevraagd werd waarom hij zo ‘ongewapend’ ten strijde trok zie hij: “Deze fraaie reeks wapenen belast mij slechts, vertraagt mijn snelheid en belemmert mijn opmars op het Pad.”

Hercules zocht de leeuw overal en toen hij eindelijk met hem werd geconfronteerd, brulde de leeuw enorm toen hij zijn vijand, die niet bang voor hem was, zag naderen. Hercules schoot al zijn pijlen op de leeuw af die allen misten. De leeuw, woedend en geheel zonder vrees, stormde op Hercules af. Maar Hercules wierp zijn boog op de grond en al luid schreeuwend rende hij op de leeuw af, die verbaast over de ongekende moed, er plotseling vandoor ging.

Hercules joeg hem achterna totdat de leeuw ineens verdween en niet meer te zien of te horen was. Hij zocht overal totdat hij plotseling tegenover een grot stond waar een gevaarlijk waarschuwend gebrul naar buiten kwam. Toen Hercules dacht hij dat hij eindelijk de leeuw te pakken zou hebben de donkere grot binnenging, kwam hij tot de ontdekking dat er geen leeuw meer was en dat er en ander opening was die ‘naar het daglicht voerde’. Dat moet een zeer onaangename verrassing zijn geweest. Nadat hij erover na had gedacht en een stapel hout ‘door deze uit alle macht naar zich toe te trekken’, voor de dichtstbijzijnde opening had geplaatst, sloot hij zich samen met de leeuw in de grot op. Daarna draaide hij zich om en stond tegenover de leeuw. Hij greep met beide handen de leeuw en hield hem stevig vast en wurgde hem. ‘Zwakker en zwakker werd het gebrul van haat en angst, zwakker en zwakker werd de vijand der mensen, lager en lager zonk de leeuw, maar Hercules hield aan. En zo doodde hij de leeuw met beide handen, zonder wapens en door zijn eigen grote kracht.”

Hercules stroopte de huid van de leeuw en kreeg toestemming de huid te dragen in plaats van de oude, die versleten en verbruikt was.

Laten we niet vergeten dat elk Sterrenbeeld een drievoudig geesteaspect symboliseert:
1. Het geeft het activiteitvlak weer van de Ziel.
2. Elk werk beeldt de arbeid uit van de discipel op het fysieke vlak.
3. Het toont de ingeboren goddelijkheid en verborgen krachten op het slagveld van de wereld.

Hercules, de aspirant, de ziel, symboliseerde de leeuw, de prins, de koning, de heerser en om deze reden droeg hij symbolisch de huid van de leeuw. De Nemeïsche leeuw is vooral het zinnebeeld van de gecoördineerde, overheersende persoonlijkheid, want de aspirant moet steeds een hoog ontwikkeld wezen zijn. Met de drievoudige aspecten van het lagere persoonlijke zelf(stoffelijk, emotioneel en lagere mentaal) versmolten en daarom ver boven de middelmaat in kracht, wordt de aspirant vaak een enigszins lastige moeilijk persoon.

Hij heeft een denkvermogen en gebruikt dat. Zijn emoties zijn beheerst, of zijn zo vermengd met mentale reacties, dat zij buitengewoon krachtig zijn; vandaar dat hij uitermate individualistisch is, vaak agressief, zelfbewust en zelfgenoegzaam. Zijn persoonlijkheid is daarom een verwoestende kracht in familieverband, gemeenschap of organisatie, waarmee hij verbonden is.

Het is ook daarom dat de aspirant, de leeuw van zijn persoonlijkheid moet verslaan. Nadat hij zich heeft losgemaakt van de massa en zijn individualiteit heeft ontwikkeld, moet hij dat verslaan wat hij zelf heeft geschapen; hij moet datgene hulpeloos maken, dat tot nog toe de grote beschermende factor is geweest. Zelfzucht, instinct tot zelfbehoud, dienen plaats te maken voor onzelfzuchtigheid, wat letterlijk de onderwerping van het zelf aan het geheel betekent.

Daarom symboliseert de Nemeïsche leeuw de machtige persoonlijkheid, die als een wilde tekeer gaat en de vrede van het landschap bedreigt. Maar hoe zit het met de symboliek van de grot met de twee openingen? Wat houdt de les in? Waarom sloot hij tenslotte één opening af om door de andere opening van de grot naar binnen te gaan?

Er is in het hoofd een kleine grot, een kleine beenachtige constructie, die één der belangrijkste klieren in het lichaam afschermt en beschermt, de hypofyse. Wanneer deze klier volledig en juist functioneert, hebben we met een afgeronde en actieve persoonlijkheid te maken, die zelfbeheersing kent en uitgesproken mentale mentaliteiten en weerstandvermogen heeft.

Dit hypofyse lichaam is tweedelig van vorm. In één van de lobben, de voor of ‘ante-hypofyse’, blijkt de zetel te zijn van de rede, het intellect. De andere, de “post-hypofyse” is de zetel van de emotionele, verbeeldende aard.

Deze klier (zo zegt men) coördineert de anderen, beheerst de groei en is essentieel voor het leven. Indien er een tekort aan ontwikkeling van deze klier voorkomt, kan men een tekort op het emotionele zowel als het mentale gebied verwachten.

Het is dan ook in deze grot of holte, dat de leeuw der ontwikkelde persoonlijkheid of individualiteit zijn leger heeft, en het is hier dat Hercules moest overwinnen. De hypofyse met zijn twee lobben, symboliseert de grot met de twee openingen, waarvan Hercules één moest afsluiten, alvorens hij de persoonlijkheid door het hogere denkvermogen kon beheersen. Want pas nadat hij de opening had gesloten van de persoonlijke emoties (de post-hypofyse) en weigerde nog langer een zelfzuchtig leven te leiden, kon hij de opening binnen gaan van de ‘ante-hypofyse’ en de leeuw van de persoonlijkheid in de grot bedwingen.

Zo krijg je een treffende overeenkomst tussen de biologische en geestelijke waarheden. Zo Boven, Zo Beneden.



***

Het Polaire Teken van de Leeuw (Leo) is Waterman (Aquarius).Het ene teken activeert de trillingen van het andere. Een discipel in de Leeuw wordt eveneens dan beïnvloed door zijn polaire teken: Waterman, (en andersom). Het ene teken vindt zo zijn vervulling in het andere.

Zo zal : Zelfbewustzijn, en Zelfverzekerdheid, (Leeuw), zijn vervulling vinden in Groepsbewustzijn, Werelddienst (Aquarius).

Eigenschap van Leeuw (Leo): Gevoeligheid, die leidt tot individueel bewustzijn. Het ontsnappen aan het kudde- bewustzijn, de massa. Zelfbewustzijn zelfverzekerdheid. Bewustzijn, drang tot zelfkennis, uiteindelijke zelfbeheersing als voorbereiding tot onzelfzuchtige dienst.

Eigenschap van Waterman (Aquarius): De wil tot dienen, Werelddienst. Groepsbewustzijn .


Sleutelwoord van de Leeuw (Leo):
- vanuit het standpunt van de massa: “Laat andere vormen bestaan, Ik ben omdat Ik ben”.
- vanuit het standpunt van de discipel:

“Ik ben Dat en Dat ben Ik.

--------------------------------